HN 3 op de werf
HN3 aan de wind

HN 3 "De Kuil"

Kleine westwal botter of Hoornse botter, waarschijnlijk zijn er maar 2 of 3 stuks van dit type bewaard gebleven
De botter kreeg later de naam “De Kuil” omdat het schip ligplaats had in de Kuil een zijtak van de Zaan

Na jarenlang actief te zijn geweest in de organaisatie van de Zuidwalwedstrijden kocht Jaap van Diermen in 2000 een eigen botter. De HN 3 is wat kleiner dan de standaard botter maar is toch een formidabele zeiler. De laatste 5 jaar is er veel aan de botter vernieuwd en is het een stijf schip in top conditie.

Geschiedenis HN 3

Voor zover bekend.

NaamEigenaar/schippervantotgebruik
HN 3Roelof Ph Wormsbecher – Hoorn19081923visserij
HN 3Jan Wormsbecher – Hoorn19231925visserij
 HN 3Roelof Ph Wormsbecher – Hoorn19251935visserij
BiW 3Gebr. Sanders – Uitdam 1951visserij
BiW 3Ir J.D.Stuurman – Zaandijk 19511970 recreatie
HN 3J.J.Meurs1970 recreatie
HN 3Hans Timmermans – Loosdrecht19742000recreatie
HN 3Jacob van Diermen – Spakenburg2000hedenrecreatie

Werf: De Kater – Hoorn
Bouwjaar: 1904
Bouwwijze: Eiken, karveel
Afmetingen: 12,1x 3,95 m
Thuishaven: Spakenburg
Varend monument: 504
Website:

Meer informatie over de HN3

Langs de Havendijk bij de opgang naar de Hoekstraat ligt een wat kleinere botter: de HN3 gebouwd in 1904 op de werf van Kaat in Hoorn.
Een kleine Westwal botter of Hoornse botter, waar er waarschijnlijk maar 2 of 3 stuks van bewaard zijn gebleven.
De Scheepswerf van Gebr. J. en H. Kaat aan de Karperkuil in Hoorn bezat vier bedden.
Er werden kubboten, punters en kleine botters gebouwd.
In 1908 ontstond een conflict tussen de gebr. Kaat en de gemeente Hoorn over de eigendomsrechten van de grond waarop de werf stond.
Dat liep in 1911 uit op een rechtsgeding.
In 1931 werd de procedure beslist in het voordeel van de gemeente Hoorn en dat betekende meteen het einde van de werf.

 

HN3 'de Kuil'

Foto: Zuiderzeehoorn.

Vanaf 1908 staat  de vergunning van  HN3 op naam van Roelof Phillippus  Wormsbecher.
De naam Wormsbecher kom je als vissersfamilie ook tegen in Harderwijk en Huizen.
Op een of andere manier zijn ze allemaal verwant aan elkaar.
Er is een Roelof  Wormsbecher  die vanaf 1905 in Hoorn een tapperij dreef in het pand Hoofd nr.3 onder de naam `de Herberg`.
Hij verkocht daar drank in het klein in de gelagkamer.
Roel was een heel bekend iemand in het visserij-gebeuren in Hoorn.
Velen kenden hem onder zijn bijnaam “de Otter”. In de volksmond vervormd tot “Utter”.
Bij hem in woonde Klaas Bart, ook visser van beroep en regelmatig knecht op de HN3.
Als in 1908 de HN3 waarschijnlijk op naam van deze Roelof komt, heeft hij dus twee zaken om in de gaten te houden.
Roel zal zich met de visserij hebben bezig gehouden en de zaken in de tapperij zullen wel door zijn vrouw zijn waargenomen.
Het feit dat hij naast het visserijbedrijf ook een tapperij bedreef, zou een reden kunnen zijn dat hij zich een wat kleinere botter heeft aangeschaft.

Kaartje Zaandam e.o.

Tussentijds van 1923 tot 1925 heeft de vergunning ook nog even op naam van Jan Wormsbecher gestaan, zijn zoon –  bekend als `Jan van Roel`.
In 1925 komt de vergunning weer op naam van Roelof Phillipus Wormsbecher. Frederik Wormsbecher  heeft er ook mee gevist. In 1944 staat dat nog vermeld bij de visafslag in Hoorn. Hij heeft in 1947 een Marker Rondbouw laten bouwen bij van Goor in Monnickendam. Deze boot heette ook de HN 3.
Roelof Wormsbecher overlijdt op 18 augustus 1960 oud 90 jaar.
Dit geeft ook wel een beetje aan waarom er vanaf 1935 of misschien al veel eerder niet meer mee gevist werd.
Ziekte, te oud of gebrek aan opvolging en de afsluiting van de Zuiderzee.
De botter is daarna gekocht door Gerrit Sanders(1892)  en Jacob Sanders(1920).
Waarschijnlijk vader en zoon visten ermee vanuit  het  haventje van Uitdam. 
Zij nummeren de HN3 om naar BiW3, de Broek in Waterland 3. 
Zij hebben ermee gevist tot 1951. In 1959 liggen er in het haventje van Uitdam nog vier stalen schouwen waaronder nog steeds een BiW3 op naam van een Sanders.
De haven van Uitdam was bekend als Scheteldoekshaven.
Dit vanwege de vele luiers die vaak op de dijk te wapperen hingen en als baken werden gebruikt door de vissers.
In 1951 komt de WiN3 in bezit van J.D. Stuurman uit Zaandijk.
De botter kreeg toen naast het nummer BiW3  de naam “De Kuil”.
Dit omdat het schip ligplaats had in “de Kuil ” een uitloper van de Zaan tegenover Koog aan de Zaan.
Eind 19e/begin 20e eeuw was De Kuil tijdelijk in gebruik als balkenhaven.
De familie Stuurman was eigenaar van diverse oliemolens langs de Zaan.
In 1963 kocht J.D. Stuurman de oliemolen “den Os”uit de familie-boedel.
De molen is gerestaureerd en maakt nu deel uit van het openluchtmuseum de Zaanse Schans.
Dit doet vermoeden dat de botter BiW3/HN3 in 1951 niet alleen is aangekocht voor de recreatie, maar ook om iets typisch Noord Hollands te bewaren voor de toekomst. Een vroege vorm van botterbehoud.
Via J.J. Meurs uit Westzaan komt de botter als HN3 terecht bij Hans Timmermans uit Loosdrecht.
In het jaar 2000 wordt de HN3 “de Kuil” gekocht door Jacob van Diermen uit Spakenburg.
Sinds de aankoop is er al veel gerestaureerd en onderhoud gepleegd aan de HN3 meest op de Scheepstimmerwerf Nieuwboer te Spakenburg.. 
Onderhoud dat eigenlijk nooit ophoudt. Recentelijk is de plecht nog gerenoveerd.
Het laat zien dat het gewoon veel inspanning kost om schepen in de Museumhaven van Spakenburg in de vaart te houden.
Om de botter te behouden voor de Museumhaven Spakenburg, is de HN3 in 2018 ondergebracht als varend monument in de Stichting: de Zuiderzeebotter Hoorn 3.

Hans Hoitink,  secretaris,  Vereniging de Bruine Vloot Spakenburg, 2018.